Geleidingslengte instellen (zie afbeelding C)
![](../Images/png/9007210954882187__Web.png)
Voor een zuivere afzuiging en een correcte instelling van de diepteaanslag moet de geleiding (4) zodanig worden ingesteld dat de boorpunt voor gelijk is met de stofadapter (1)/(2).
- Plaats de gewenste boor in de gereedschapopname van de boorhouder.
- Druk op de toets (5) terwijl u de geleiding (4) overeenkomstig de boorlengte instelt.
- Laat de toets (5) weer los.
Aanwijzing: Voor het opbergen van de stofafzuigvoorziening drukt u op de toets (5) en trekt u de geleiding (4) tot aan de aanslag naar buiten. Daardoor wordt de veer van de geleiding ontspannen en de levensduur van de veer verhoogd.