Aanwijzingen voor de ‌werkzaamheden

  • De magnetische bevestigingskracht van het elektrische gereedschap is in belangrijke mate afhankelijk van de dikte van het werkstuk. De sterkste magnetische bevestigingskracht wordt bereikt op zacht staal met een dikte van minimaal 20 mm.

Aanwijzing: Bij het boren in staal van geringere dikte moet een extra stalen plaat (minimale afmetingen 100 x 200 x 20 mm) onder de magnetische voetplaat worden gelegd. Beveilig de stalen plaat tegen omlaagvallen.

  • Beveilig het elektrische gereedschap bij bovenhandse werkzaamheden of op niet horizontale vlakken met een veiligheidsband. De magnetische houdkracht blijft niet intact als de stroom uitvalt of de belasting te sterk is. Het elektrische gereedschap kan omlaagvallen en ongevallen veroorzaken.
  • Wanneer het inzetgereedschap vastklemt, oefent u geen voorwaartse beweging meer uit en schakelt u het gereedschap uit. Onderzoek de reden van het vastklemmen en verhelp de oorzaak voor vastklemmende inzetgereedschappen. Gebruik niet de functie linksdraaien.
  • Controleer vóór aanvang van de werkzaamheden altijd alle onderdelen van het koelmiddelsysteem. Gebruik nooit beschadigde onderdelen.
  • Houd het koelmiddel uit de buurt van gereedschapsonderdelen en personen die zich in de werkzone bevinden.

Het werkstukoppervlak moet glad en schoon zijn. Maak grove onregelmatigheden, bijv. lasspatten, glad en verwijder los roest, vuil en vet. De houdkracht van de magneet geldt alleen voor bepaalde vlakken.

De motor van het elektrische gereedschap kan alleen worden gestart, wanneer de magneet ingeschakeld is. Vóór het boren moet de magneetkracht worden gecontroleerd.

Aanduiding magneetkracht (21)

Magneetkracht

Permanent licht groen

Magneetkracht voldoende

Knipperlicht rood

Onvoldoende magneetkracht, het elektrische gereedschap mag niet worden gebruikt.
Oorzaken: te geringe materiaaldikte, ongelijk oppervlak, lak-, hamerslag- of zinkcoatings, ongeschikt materiaal (bijv. hard staal)

  • Gebruik een booremulsie of snijolie voor de koeling en smering, om oververhitting of vastklemmen van de boor te voorkomen.
    Het bijgeleverde koelsysteem mag uitsluitend worden gebruikt bij het boren met de boorkroon.
  • Markeer werkstukken met een centerpunt voor het boren.
  • Spiraalboor: boor bij boordiameters > 10 mm met een kleine boordiameter voor. Daardoor kunt u de aandrukkracht verkleinen en het elektrische gereedschap wordt minder belast.
  • Gebruik bij het boren alleen de onbeschadigde, geslepen boorkronen (merk-accessoires).
  • Kies een geschikt toerental aan de hand van de specificaties van het inzetgereedschap.
    Aanwijzing: Bij draadsnijden moet het laagste toerental worden gebruikt.

  • Schakel de laser in (aan/uit-schakelaar laser (7)).
  • Lijn het elektrische gereedschap met behulp van het laserkruis op het werkstuk uit.
  • Schakel de magneet in om het elektrische gereedschap op het werkstuk vast te zetten (aan/uit-schakelaar magneet (20)).
  • Beveilig het elektrische gereedschap bij het boren in verticale of schuine vlakken of bovenhands met de veiligheidsband (44).
  • Stel een passend toerental in (stelwiel toerentalinstelling (2)).
  • Schakel het elektrische gereedschap in (aan/uit-schakelaar motor (9)).
  • Draai voor het boren de handkruk (4) met gelijkmatige voorwaartse beweging tot de gewenste boordiepte is bereikt.
  • Als de gewenste boordiepte is bereikt, brengt u de handkruk terug tot de aandrijfheid zich weer in de uitgangspositie bevindt.
  • Schakel het elektrische gereedschap uit, maak eventueel de veiligheidsband los en schakel laser en magneet uit.

  • Gebruik uitsluitend onbeschadigde boorkronen en controleer deze vóór elk gebruik. Gebruik geen beschadigde boorkronen.
  • Schakel het elektrische gereedschap onmiddellijk uit, wanneer de boorkroon blijft steken.
  • Bescherm de boorkroon. De punt van de boorkroon is hard, maar ook breekbaar.

De volgende maatregelen helpen om de slijtage en het breken van boorkronen te verminderen of te verlangzamen:

  • Zorg ervoor dat bij het boren in staal voldoende koelmiddel beschikbaar is; gebruik koelmiddel voor het metaal snijden.
  • Zorg ervoor dat het werkstuk vlak en schoon is om de benodigde magneetkracht te garanderen.
  • Zorg er vóór het boren voor dat alle onderdelen correct bevestigd zijn.
  • Bij de start en aan het einde van het boorproces moet de aandrukkracht met 1/3 worden gereduceerd.
  • Wanneer grote hoeveelheden metaalspanen bij het boren in materialen als gietijzer, gegoten koper enz. vrijkomen, kan perslucht in plaats van koelmiddel worden gebruikt om het verwijderen van de metaalspanen te ondersteunen.

Het elektrische gereedschap stopt, wanneer tijdens het boren de draairichtingschakelaar (8) wordt bediend.
Wanneer de draairichtingschakelaar in de middelste positie staat, kan het inzetgereedschap met de klok mee (rechtsom) worden gedraaid door de aan/uit-schakelaar motor (9) continu in te drukken.
Daardoor kan het proces van tappen behoedzaam worden beëindigd.